Olifantenpoot verzorging
Direct naar:
De olifantenpoot is een makkelijke kamerplant om te verzorgen. De olifantspoot heet officieel Beaucarnea recurvata, maar wordt ook wel Nolina recurvata genoemd. Wat de olifantenpoot makkelijk maakt om te verzorgen, is zijn dikke stam met nóg bredere voet. Met een beetje fantasie lijkt deze net op de poot van een olifant – en dat is precies waar de bijnaam vandaan komt! In deze stam kan de olifantenpoot veel water opslaan, waardoor hij langere tijd zonder water kan. In de winter kun je deze kamerplant gerust een paar weken geen water geven.
Van oorsprong komt de Beaucarnea uit Mexico en omstreken, maar je komt hem tegenwoordig ook in de Verenigde Staten tegen. Hier groeit de plant vooral in de hete, droge gebieden in het zuiden van het land. Doordat het hier vrij zonnig is, staat de olifantspoot ook binnenshuis graag op een zonnige plek. In zijn natuurlijke omgeving kan de olifantenpoot onwijs groot worden, met een stam die meters breed is! Lees verder voor alle Beaucarnea verzorging tips.
Beaucarnea soorten
Er zijn zo’n 20 verschillende olifantenpoot soorten, waaronder de Beaucarnea guatemalensis, Beaucarnea pliabilis en de Beaucarnea gracilis. In Nederlandse huiskamers kom je vooral de Beaucarnea recurvata tegen.
Olifantenpoot water geven
De Beaucarnea heeft weinig water nodig. Deze kamerplant slaat veel water op in zijn dikke stam, wat als een soort voorraadje werkt. Pas wanneer de potgrond langere tijd is opgedroogd, mag je de olifantenpoot weer water geven. In de winter heeft de Beaucarnea recurvata minder water nodig dan in de zomer.
Controleer hierbij de potgrond door je vinger enkele centimeters in de aarde te steken. Soms lijkt het namelijk of de aarde is opgedroogd, terwijl het in feite alleen om de bovenste laag gaat. Twijfel je of de olifantspoot water nodig heeft? Wacht dan nog wat langer. Je kunt deze kamerplant beter te weinig dan te veel water geven. Te veel water kan namelijk leiden tot wortelrot.
Voor de verzorging van jouw Olifantenpoot
Luchtvochtigheid
De Beaucarnea kan goed tegen een lage luchtvochtigheid. Je hoeft daarom niks te doen om de luchtvochtigheid te verhogen. Wel raden we aan om de bladeren af en toe te besproeien, om zo stof te verwijderen. Jouw olifantspoot ziet er hierdoor mooier uit én kan ook meer zonlicht ontvangen.
Olifantenpoot licht / standplaats
De Beaucarnea recurvata houdt van een lichte standplaats in huis. Je kunt deze kamerplant daarom het beste op een van de volgende plekken in huis neerzetten:
- 2 tot 3 meter van een raam op het zuiden
- Direct voor een raam op het oosten
- Direct voor een raam op het westen
In de zomer kan de zon soms wat te fel zijn voor de olifantenpoot. Er kunnen dan bruine bladeren ontstaan. Bescherm de plant daarom tegen de felle middagzon in dit seizoen. Zie je bruine bladeren verschijnen, dan kun je de Beaucarnea beter wat verder bij het raam vandaan zetten. Een te donkere plek is daarentegen ook niet aan te raden. Er is dan een grotere kans op wortelrot.
Merk je dat jouw olifantspoot nauwelijks nieuwe bladeren aanmaakt in de lente of zomer? Dan staat deze op een te donkere plek. In de herfst en winter is dit niks om je zorgen over te maken; in deze seizoenen is het normaal dat de kamerplant nauwelijks nieuwe bladeren aanmaakt.
Beaucarnea buiten
In de zomer kun je de olifantenpoot gerust buiten neerzetten. Bescherm deze wel tegen de regen, aangezien een constant vochtige/natte potgrond niet goed is voor deze kamerplant. Een zonnig, droog plekje is perfect.
Vaak in combinatie met de olifantenpoot gekocht
Olifantenpoot giftig
De Beaucarnea recurvata is niet giftig bij inname, zowel voor mensen als huisdieren. Toch raden we wel aan om de plant buiten bereik van knabbelgrage huisdieren te zetten. De plant is immers niet bedoeld om van te eten, en het is niet goed voor de plant zelf.
Tip wanneer je een kat hebt: haal kattengras in huis.
Olifantenpoot verpotten
De olifantenpoot groeit niet bijzonder snel, waardoor je deze kamerplant niet vaak hoeft te verpotten. Eens in de 2 á 3 jaar is voldoende. Je kunt de Beaucarnea het beste in het voorjaar verpotten. De kamerplant begint dan sneller te groeien, waardoor deze sneller herstelt van het verpotten. Want ook als je heel voorzichtig bent, is het bijna onmogelijk om de wortels niet te beschadigen tijdens het verpotten.
Kies bij het verpotten voor een plantenpot die minimaal 20% groter is dan de huidige pot. Zo krijgen de wortels alle ruimte om te groeien.
Olifantenpoot voeding
Geef de Beaucarnea in de lente en zomer ca. 2 keer per maand wat plantenvoeding. In de winter is dit niet nodig. De olifantenpoot verkeert dan namelijk in een ruststand, waardoor hij geen baat heeft bij extra voeding. Sterker nog, dit kan zelfs schadelijk zijn voor de wortels. Om dezelfde reden raden we ook aan om nooit meer voeding te geven dan op de verpakking staat aangegeven. Ook hier geldt: liever te weinig dan te veel voeding.
Olifantenpoot ziektes
De Beaucarnea is niet bijzonder gevoelig voor bepaalde soorten ongedierte. Verzorg hem goed, en de kans op besmetting is erg klein. Raakt jouw olifantspoot onverhoopt toch besmet? Dan vind je op Plantje.nl allerlei handige en plantvriendelijke bestrijdingsmiddelen.
Olifantenpoot bloei
De Beaucarnea recurvata kan bloeien, hoewel dit in de woonkamer helaas niet voorkomt. Om te kunnen bloeien moet de olifantenpoot minimaal 15 tot 20 jaar oud zijn. Om te kunnen bloeien dienen de omstandigheden vergelijkbaar te zijn met de Mexicaanse woestijn – vandaar dat dit bij de gemiddelde kamerplant erg lastig wordt.
In de natuur is de bloei van de olifantenpoot spectaculair. Er groeit hier een lange, vertakte stengel uit de plant, met daaraan honderden kleine bloemen.
Olifantenpoot stekken
De olifantenpoot stekken is helaas niet mogelijk, maar je kunt wel een nieuwe Beaucarnea kweken met zaad. Dit zou je los moeten aanschaffen.
Olifantenpoot snoeien
Is er een blad dat je niet zo mooi vindt? Dan kun je de Beaucarnea snoeien. Knip de lelijke bladeren af bij de stam met een schone (snoei)schaar. Dit geeft de olifantspoot een frisse uitstraling en zorgt ervoor dat hij geen energie in lelijke bladeren steekt. Zo blijft er extra energie over voor de gezonde bladeren!
Het komt niet gauw voor dat de Beacucarnea te groot wordt. Het is namelijk geen snelle groeier. Mocht dit toch het geval zijn, dan kun je de kruin van de stam snoeien. Op de stam groeien vaak meerdere kruinen met bladeren. Kies een van deze kruinen en snoei ze niet allemaal af, anders houd je geen bladeren over.
Van welke plant wil jij meer weten over de verzorging?
I
J
N
Q